Super vette vanille!
Vanille groeide oorspronkelijk alleen in het oude Mexico, maar heeft nu haar weg gevonden naar de Westlandse kassen.
19de-eeuwse innovatie
Vanilla planifolia Tlilxochitl (het Azteekse woord voor vanille) groeide oorspronkelijk alleen in het oude Mexico. De oorspronkelijke bewoners, de Totonaken, waren buitengewone goede landbouwers en verbouwden als eersten de tegenwoordig beter bekende vanilla planifolia, een 15 meter lange klimplant met vlezige stengels en luchtwortels. De vruchten van de planifolia bevatten zoet merg dat de Azteken toevoegden aan een cacaodrankje om deze minder bitter te maken. Misschien was dit wel het oorspronkelijke recept voor chocolademelk.
Vanille is een ingewikkeld product om te produceren, wat voornamelijk te maken heeft met de bestuiving van de bloemen. Het kan wel 3 jaar duren voordat een vanilleplant haar eerste bloemen geeft en in de natuur wordt de vanille orchidee bestoven door een tropische bij, die alleen voorkomt in Centraal Amerika. Toen de Spaanse conquistadores (veroveraars) voor het eerst vanille meenamen naar Europa, kregen ze de teelt, vanwege de afwezigheid van het insect, niet voor elkaar. Pas toen de Fransen de vanilleplant meenamen naar het eiland Réunion in de Indische Oceaan, kwam de ommekeer. Daar lukte het de slavenjongen Edmond Albius om met een bamboestokje de vanillebloem te bestuiven. Door deze innovatie werd Réunion binnen 50 jaar ‘s werelds grootste producent van vanille. Na het bestuiven van de bloemen zwellen de eierstokken op tot lange groene peulen die duizenden kleine zwarte zaadjes bevatten. Het zijn deze peulen die na een langdurig drogings- en behandelingsproces (curen) zwart worden; de kleur waaraan we vanille gelijk herkennen.
Een jarenlange fascinatie
Het telen van vanille is een totaal ander proces dan de snelgroeiende cressen waar Koppert Cress om bekend staat. Rob Baan vertelt enthousiast: “Ik ben al jaren gefascineerd door vanille. We hebben in onze jungletuin al jaren een rij vanilleplanten staan en nu hebben we het voor elkaar gekregen deze in grotere volumes te telen. Vroeger rijpten de vanillebonen aan de plant zelf, maar hier zaten wat nadelen aan. Naarmate een peul langer aan de plant hangt, is de kans groter dat deze beschadigt door slechte weersomstandigheden, zoals door tyfoons. Ze vallen dan van de plant af en zijn niet meer te gebruiken. Diefstal is ook een probleem: de peulen worden regelmatig gestolen vanwege de hoge waarde. Om die redenen worden de bonen in productielanden eigenlijk te vroeg geplukt. Ze zijn dan alleen nog niet helemaal rijp en zo kom je aan die dunne ingedroogde stokjes die je in de supermarkt koopt. Dat wilden we beter doen, dus zijn we gestart met de productie van vanille in Nederlandse kassen. Alleen op deze manier kun je jaarrond het ideale groeiklimaat nabootsen zonder risico van nare natuurlijke omstandigheden, waardoor we de productie kunnen optimaliseren. Telen in een kas is wel iets duurder dan in open veld, maar in ruil daarvoor krijg je gegarandeerd een hoge kwaliteit, zonder pesticiden of andere chemische middelen. Het resultaat? Een prachtige, rijke en vette vanillepeul.”
Het is voor de gastronomie geen verrassing dat producten met échte vanille te herkennen zijn aan de zwarte puntjes. Zitten er geen zwarte puntjes in, maar smaakt het wel naar vanille, dan is de smaak een onnatuurlijk en chemisch product. Om het nog verwarrender te maken: soms worden er zelfs deeltjes toegevoegd zodat het bijna niet meer van echt te onderscheiden is. Rob: “De vanillesmaak vanilline, die terug te vinden is in bijvoorbeeld vanillevla, is chemisch. Het is goedkoper, maar wel gemaakt van petrochemische producten. We willen door zelf vanille te produceren een true pricing realiseren; het product moet kloppen.”
Vroege vogel
Zodoende had Koppert Cress al jaren de ambitie om vanille in de markt te zetten, maar miste het verstand van telen, het geduld en de ruimte om dit voor elkaar te krijgen. “Vanille kweken is absoluut geen makkelijke klus.” zegt geboren en getogen Westlander Bart van Meurs, van het vanille projectteam. “Daarom was een goede samenwerking een absolute vereiste. We vonden een partnerschap in de ervaren en geduldige experts met een ander familiebedrijf, een derde en vierde generatie teler van snij orchideeën. In 2017 werden de eerste planten aangeschaft en vanaf 2018 is de familie de vanille verder gaan opkweken. De rest is geschiedenis. We hebben nu een behoorlijk aantal meter aan vanilleplanten staan. Het totale proces is er een van veel geduld en werken met zeer kundige mensen. De techniek is totaal nieuw en steeds was het zoeken naar de juiste planten en weer testen en testen.”
Zoals al eerder genoemd, het bestuiven van de bloem moet door de afwezigheid van de tropische bijen met de hand gebeuren en, wat veel mensen niet weten, is dat de plant maar een paar uur bloeit; van zonsopgang tot iets voor de middag. Bart: “Dat betekent dat je in februari ongeveer van acht tot elf uur in de ochtend de tijd hebt om te bestuiven. Je weet pas de dag van tevoren hoeveel bloemen op gaan komen. Het kunnen er een paar zijn, maar we hebben een keer zo’n 8700 bloemen moeten bestuiven in één ochtend. Het is makkelijk voor te stellen dat dit een grote uitdaging is qua arbeidsvoorziening, want je weet niet hoeveel mensen je nodig gaat hebben. In alle projecten die we tot nu toe hebben gedaan, waren plantgezondheid en arbeid het breekpunt geweest dat een succesvolle teelt in de weg stond. Gelukkig hebben we tot nu toe beide kunnen overwinnen.”
Drie soorten vanille
Bezield door de verschillende verhalen trekken we de deur van de kas achter ons dicht en rijden we weer naar Koppert Cress. Daar gaan we met Bart en Rob dieper in op de aansluiting van het product bij de markt. Bart: “We hebben de eerste bescheiden teelt van afgelopen jaar, een paar duizend peulen, gebruikt om te testen op het gebied van verwerking en smaak. Een vanillepeul is vaak nog groen, wanneer je deze van de plant plukt. Pas door de peul te ‘curen’ wordt deze zwart. Dit is een enzymatisch proces waarbij de suikers uit de peul worden omgezet in vanilline en andere stofjes die de vanille de kenmerkende geur en smaak geven. Dat doen we onder invloed van vocht en temperatuur. We hebben dit proces op verschillende manieren doorlopen om te zoeken naar de beste manier. Hierin speelden culinaire experts zoals Hidde de Brabander en Onno Kokmeijer een belangrijke rol. Want wat maakt goede vanille, goede vanille? We waren erg benieuwd naar het verwachtingspatroon van onze klanten en of we deze misschien zouden kunnen overtreffen. Op dit moment lijkt dat haalbaar.”
Rob: “Al met al hebben we besloten om drie soorten vanilleproducten te gaan leveren. Die drie soorten zijn eigenlijk gaandeweg ontstaan. In het begin was het onze droom traditionele Planifolia te telen. De weg daar naartoe bewees dat we ook nog de rode en groene variant konden introduceren, die via de traditionele weg niet mogelijk is. Allereerst, de groene peulen die chefs, patissiers, ijsbereiders, bartenders en andere professionals zelf kunnen curen, want wat is nou leuker dan experimenteren met een eigen bewerkingsproces? Dan kun je gaan werken met het toevoegen van andere geuren. Naast de groene peul introduceren we de zwarte variant, deze curen we in speciale rijpkasten. En het derde type vanille, rijpen we aan de plant; een vine riped vanille, zoals het van nature hoort. Dat biedt weer hele nieuwe mogelijkheden want door de peul langer aan de plant te laten hangen, krijgt deze een nog mooier smaakprofiel. Vanilline is dan nog steeds de hoofdsmaak, maar we hebben daarnaast ook een aantal bijsmaken gevonden.”
Culinaire veelzijdigheid
Meester Patissier en SVH Meesterijsbereider Hidde de Brabander is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de vanille en stond regelmatig bij Koppert Cress in de keuken om de verschillende vanille-oogsten te proeven. Hidde: “Vanille noemen ze ook wel het zwarte goud of de kaviaar van de patisserie. En om een reden: als je inzoomt op de zaadjes in de vanillepeul zal je dezelfde glinstering zien als bij kaviaar, maar dan veel fijner. Het is daadwerkelijk de meest klassieke, exclusieve en luxueuze aromamaker in de patisserie.” Vanille kent men vaak als ingrediënt voor bijvoorbeeld ijs, vla of crème brûlée waardoor het gevoelsmatig bijna een commodity was geworden. Hidde vertelt: “Op een gegeven moment was vanille als peper en zout, het werd in de patisserie bijna overal in gebruikt. Totdat de prijzen begonnen te stijgen vanwege de tekorten door slechte oogsten, waarna men de vanille begon te herwaarderen. De meerwaarde van vanille zit nu niet alleen in het aroma, maar voornamelijk in de herijking van de plek van vanille: waar voeg je het toe en in welke hoeveelheid? Als je vanille bij coquilles serveert, dan lijkt het alsof het gerecht zoeter wordt, maar eigenlijk wordt het ronder. Vanille is een echte allemansvriend en maakt iets lief, maar is ook luxe.”
Toch vragen we ons nog af: Wat maakt de Koppert Cress vanille dan zo speciaal, behalve dat deze in de kas wordt geteeld? Hidde vervolgt: “Het gaat om de complexiteit van de aromacomponenten. De peul is heel vers en heeft daardoor een extra beetje groen. Ik kan de smaak het beste vergelijken met druiven; deze vanille is als een half gedroogde muskaatdruif. Het is nog geen rozijn, het is nog veel meer dan dat. Zeker de aan de plant gerijpte vanille, de rode, is echt out of this world. Het is in de basis precies hetzelfde geteeld als de zwarte variant, maar door deze veel later te plukken is de smaak anders. Het is als chocolade: iedereen is gewend aan de simpele, pure chocolade, maar nu word je om je oren geslagen met een super exclusieve chocolade waar veel meer lagen aroma in zitten. Deze peulen staan symbool voor hoe vanille van nature hoort te zijn; ze zijn verser en vetter en dus veel minder doodgedroogd, zoals we vaak gewend zijn.”
Het gaat om het innerlijk
Zodra we een zwarte vanillepeul vastpakken voelen we wat Hidde bedoelt, de buitenkant is nog zacht en je ziet de glinstering van een laagje vocht. Niet wat je van een vanillepeul verwacht. Hidde: “Het jasje waar vanille in zit is normaliter wat doffig, het is natuurlijk zo dat je aan het uiterlijk niet veel hebt, maar pas wanneer je het jasje opendoet kom je wat moois tegen. Sommige producenten injecteren hun vanillepeulen met een stof waardoor de stok dikker lijkt. Net als het plofkip principe. Als je die peul dan opensnijdt, valt de inhoud extreem tegen. Dat zeggen we als mens ook: het gaat om het innerlijk. Alleen krijg je bij de Koppert Cress vanille wel wat je ziet. Een mooie, volle, dikke stok met veel inhoud, veel aroma en een hoog glucovanilline gehalte.”
Ondertussen ruikt de hele keuken naar de zoete geur van het van oorsprong Mexicaanse product. We zijn ons ineens bewust van de wereldreis die vanille door de jaren heeft afgelegd en hoe deze nu ook terecht is gekomen in het kleine Nederland. Een prachtige plant, geliefd door velen, met een verrassende historie. En omdat de natuur nog veel meer moois te bieden heeft, hopen we gestaag verrassingen op een duurzame manier naar de culinaire wereld te kunnen blijven brengen.
Website: www.koppertcressvanilla.com
Instagram: @koppertcressvanilla
Bron: Culinaire Saisonnier 104 - Lente 2022